Evalueren om te groeien
Stel, je bent net gestart met fitnessen. Je gaat vol goede moed met je sportzak over je schouder naar de marteltuigen die je in zweet zullen doen baden. De afgetrainde instructeur maakt je duidelijk dat je eerst een begintoets moet doen om te weten hoe het met je conditie en kracht gesteld is. Die is natuurlijk vrij belabberd na een kerstperiode zonder veel beweging en vééél te veel eten. Maar goed – dan kan het alleen maar spectaculair verbeteren als je de goede raad van de instructeur opvolgt, regelmatig komt en thuis op je eten let. Dat engagement wil je wel nemen. Na een paar maanden volgt er een tussentijdse foto waarop je kracht en conditie al een stuk beter zijn. En je echte doel? Strak in het badpak en zwembroek de zomer tegemoet – dat is wat telt!
Wat we voor onszelf in deze context heel normaal vinden is dat die eerste toets – en die tussentijdse foto niet echt meetellen. Ze helpen wel om stappen te zetten; om de gespierde instructrice je trainingsprogramma te laten bijsturen; om je uit te dagen; om je op weg te zetten richting dat zwembad-proof-lijf.
Toch gaan we in ons onderwijs vaak heel anders te werk: de eerste toets van het schooljaar telt gewoon mee – hebben we alvast een cijfer voor het eerste rapport. Ieder huiswerkje of taak die verbeterd wordt krijgt een punt dat wordt meegenomen in dat eindresultaat. Dus zelfs al beheersen twee leerlingen feilloos alle doelen op het einde van het jaar, toch kunnen leerlingen een heel ander cijfer zien staan. De ene omdat hij of zij wat meer tijd nodig had in het begin; de andere omdat meteen alles goed begrepen werd.
Ik raak hier het verschil tussen summatief en formatief toetsen. Bij formatief toetsen wil je leerlingen laten groeien. Je weet heel scherp waarin leerlingen nog moeten groeien en de leerlingen weten dat ook; je peilt voortdurend naar wat een leerling al weet en begrijpt; je gebruikt die feiten om leerlingen verder te helpen in hun groeiproces (Dylan Williams, Formatief evalueren in de praktijk). Summatief toetsen is de samenvatting van dat groeiproces; de eindfoto, het examen, de toets waarin je een finaal oordeel geeft over de kennis en vaardigheden op dat moment. En dat is ook nodig. De inspectie vraagt het van ons; ouders verwachten het; het is een gegeven in onderwijs waar leerlingen nog vaak mee om moeten leren gaan en daar moeten we hen op voorbereiden.
De discussie die start rond formatief toetsen, is de discussie over motivatie. De (extrinsieke) motivatie valt weg. Waarom zou een leerling leren als de punten niet meetellen?
Voor de leerling die alles meteen begreep zijn cijfers inderdaad motiverend: veel hoge cijfers op die puntenlijst, maar beeld je eens in dat je de andere leerling bent; degene die de eerste maanden enkel rode cijfers tegenkomt – zou jou dat nog motiveren om het beter te doen?
Ik zou al lang terug met een zak chips in de zetel gaan zitten in plaats van te gaan fitnessen…
De kunst bestaat erin om met de leerlingen een contract te sluiten, een commitment te vragen met gevolgen, om intrinsieke motivatie te activeren. Want formatief toetsen impliceert van de leerling een extra inspanning, een remediëring, een wissel van niveaugroep als het nog niet meteen lukt; een bijstelling van het doel als het te gemakkelijk lukt. Ik ken scholen die twee of drie keer per jaar een groeigesprek doen met de leerlingen. Het ideale moment om de doelen van de leerling en van de school vast te klikken, te evalueren en te bespreken hoe de leerling deze doelen kan bereiken.
Ik ben zelf voorstander van exittickets na iedere les: een kort formatief evaluatiemoment met als enige doel de leerkracht feedback te geven op het leerrendement van de les. Een snelle vraag (teken schematisch het stelsel, geeft vier belangrijke steekwoorden van deze les, welke heb je nog na deze les, drie stellingen juist/fout…) die polst naar de kwaliteit van verwerking – je voelt als leerkracht onmiddellijk waar er nog aandacht aan besteed moet worden, wie mee was en wie niet; een formatieve toets die polst naar de korte termijn verwerking van de leerstof. Een exitticket is bovendien niet enkele formatief voor de leerling, ook de leerkracht heeft hier een leerkans om didactiek te bekijken en bij te sturen indien te veel leerlingen de leerstof niet begrepen hebben.
In sommige landen kan de leerling zelf aangeven wanneer hij of zij klaar is voor de summatieve test. Vaak houden leerkrachten hier niet van – vragen worden doorgegeven, je moet 101 toetsen opstellen, dus niet zo heel handig – maar vanuit het perspectief van de lerende is dat wel mooi: als je zelf voelt dat je iets beheerst mag je dat aangeven en pas dan word je erop beoordeeld.
Jij wil toch ook nog niet op de loopband terwijl die topfitte instructeur er met de chrono langs komt staan als je nog maar 4 km kan lopen in plaats van de vooropgestelde 5 km?
Evaluatie is niet gemakkelijk, maar soms verliezen we het doel uit het oog: evaluatie is er om leerlingen te helpen, niet enkel om te monitoren of ze de lat al halen. Enkel formatief testen? Dat zou in ons schoolsysteem niet werken – enkel summatief? Ook dat is niet de manier om het meeste uit je leerlingen te halen. Een goedgekozen mix? Daar geloof ik sterk in.
Comments